Wat tulpen veredelen zo fascinerend maakt

Het fascinerende van het tulpen veredelen is de enorme verscheidenheid aan kleuren en vormen die na vijf tot zes jaar ontspruit uit de zaadjes van één zaadknop. Soms zijn het tientallen nieuwe tulpensoorten, andere keren een paar honderd. Het liefst zou je ze allemaal bewaren, maar dat kan niet in de praktijk.

Los van de ruimte die je nodig zou hebben – na verloop van tijd gaan tulpenbollen zich exponentieel vermeerderen – zijn niet alle nieuwe soorten even goed bestand tegen ziekte of gewild bij het publiek. De sterkste planten, met de mooiste kleuren en vormen, blijven over. Soms ook de tulpen die gewoon apart zijn en niet per se mooi, al kunnen smaken natuurlijk verschillen.

“De grootste valkuil van de veredelaar

is de liefde voor het vak”

Dat merken we ook in de praktijk. De een valt op pasteltinten, voor een ander kunnen de kleuren niet fel genoeg zijn. De een houdt het meest van de traditionele enkele tulp, de ander juist van dubbele tulpen of afwijkende vormen. De tulp is met zijn vele verschijningsvormen bij uitstek een bloem die aan die verscheidenheid tegemoet komt.

Libelle-lezeressen

Ooit kreeg de voorloper van De Tulpenbrouwerij, toen nog een bedrijf dat zich bezighield met reguliere bollenteelt, een bezoek van Libelle-lezeressen. Zo’n vijftig dames kregen een rondleiding op het bedrijf. Dé kans om te testen wat gewild is en wat niet, zou je denken. Maar de smaken bleken zodanig te verschillen, dat we er niets wijzer van werden.

Drie nieuwe soorten die op elkaar lijken: wie is de mooiste en de sterkste en mag blijven?

Hoe moet je dan selecteren? De grootste valkuil van de veredelaar is de liefde voor het vak. Een objectieve blik is lastig, als je zoveel tijd en energie gestoken hebt in het opkweken van zaadje tot een bloeiende bol. Aan bijna elke tulp is dan wel iets moois te vinden en het doet altijd een beetje zeer om er afscheid van te nemen.

Nieuwe bloeiers

Gemiddeld blijft in de veredelingssector slechts 0,1 tot 0,2 procent van alle nieuwe tulpensoorten over. Dus één of twee van de duizend nieuwe soorten. Dit zijn de soorten die aantrekkelijk genoeg bevonden zijn om te vermarkten. Vaak zijn dat de soorten die ook goed reageren in de broeierij, de teelt in kassen onder gereguleerde klimatologische omstandigheden. Deze tulpen zijn al vanaf december in de winkels te vinden. Bij de teelt in de volle grond, onder natuurlijke omstandigheden, is de bloeitijd van tulpen tussen april en juni.

Vorig jaar hadden we zo’n 15 nieuwe bloeiers, dit jaar zijn dat er zo’n 150 volgend jaar nog veel meer. Voorlopig mogen ze (bijna) allemaal blijven. We hebben nog een paar jaar de tijd om ons te bezinnen op de vraag wat te doen met de nieuwe tulpensoorten die in kwekers- en consumentenogen “niet geschikt” zijn.

Plaats een reactie